Mbo-student krijgt gerichte steun bij taal en rekenen
20-05-2025
In een snel veranderende samenleving zijn taal, rekenen en burgerschap cruciale vaardigheden voor jongeren. Deze basisvaardigheden stellen mbo-studenten in staat zich beter te redden in de maatschappij, succesvol door te stromen naar vervolgopleidingen of goed voorbereid aan het werk te gaan. De Rijksoverheid zet daarom stevig in op het versterken van deze competenties binnen het middelbaar beroepsonderwijs. Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wordt het tijd om structurele maatregelen in de praktijk te brengen. Zo krijgen mbo-studenten bij aanvang van hun opleiding gerichtere begeleiding, vooral wanneer blijkt dat hun taal- of rekenniveau extra aandacht behoeft. “Wie taal en rekenen goed beheerst, staat sterker in het leven en gaat met vertrouwen de toekomst tegemoet,” aldus minister Robbert Dijkgraaf van OCW. Voor de studiejaren 2025/2026 en 2026/2027 is in totaal 47,2 miljoen euro uitgetrokken om de begeleiding van mbo-studenten op het gebied van taal en rekenen te verbeteren. Dit geld stelt mbo-instellingen in staat om extra personeel in te zetten, onder meer in de vorm van tutoren of speciaal opgezette taal- en rekencentra. Het doel is om studievertraging en voortijdige uitval te voorkomen, met bijzondere aandacht voor studenten die het het hardst nodig hebben. Essentieel voor goed onderwijs zijn deskundige docenten. Daarom ontwikkelt OCW aanvullende opleidingstrajecten voor leraren Nederlands, rekenen en burgerschap. Deze trajecten moeten hun vakinhoudelijke én didactische vaardigheden verder verdiepen. Instellingen krijgen de ruimte om deze trajecten op te nemen in hun professionaliseringsplannen. Daarnaast wordt gewerkt aan het terugdringen van administratieve lasten, zodat docenten meer tijd kunnen besteden aan hun kerntaak: lesgeven. De huidige taaleisen blijken onvoldoende afgestemd op de diverse achtergronden van mbo-studenten en de beroepen waarvoor zij worden opgeleid. Nieuwe eisen moeten hier verandering in brengen. De nadruk komt te liggen op praktische toepassing van taal in werksituaties. Denk aan het interpreteren van een overdrachtsformulier in de zorg of het begrijpen van een werkinstructie in de techniek. Het ministerie onderzoekt ook de haalbaarheid van een instellingsexamen Nederlands als alternatief dat tegelijkertijd de examenkwaliteit kan waarborgen. Ook het burgerschapsonderwijs krijgt een inhoudelijke impuls. Nieuwe kwalificatie-eisen moeten studenten stimuleren om maatschappelijke vraagstukken te verkennen en te reflecteren op hun rol binnen de samenleving. Hierbij staat het ontwikkelen van kritische denkvaardigheden en het voeren van constructieve dialogen centraal. Studenten leren onder meer hoe spanning kan ontstaan tussen persoonlijke vrijheid en collectieve belangen. Rekenvaardigheid wordt eveneens sterker verankerd in de beroepspraktijk van de student. Onderwijsinstellingen worden aangemoedigd om rekenproblemen tijdig te signaleren en aangepaste ondersteuning te bieden, zoals verlengde examentijd of mondelinge toetsvormen. Het rekenonderwijs wordt meer gekoppeld aan herkenbare situaties, zoals het lezen van bouwtekeningen, kassabonnen of het juist doseren van medicatie. ROC Nijmegen laat bijvoorbeeld zien hoe digitale leermiddelen en instructievideo’s bijdragen aan het verbeteren van de rekenvaardigheid. Met deze maatregelen zet de Rijksoverheid een belangrijke stap richting een toekomstbestendig mbo. Door onderwijs beter af te stemmen op de leefwereld van studenten én de eisen van de arbeidsmarkt, krijgen jongeren meer kansen om hun talenten te ontwikkelen. Instellingen in het mbo spelen hierin een cruciale rol en worden gestimuleerd om hun onderwijs verder te vernieuwen.Investering van 47,2 miljoen euro voor extra ondersteuning
Meer ruimte en ondersteuning voor docenten
Taaleisen sluiten beter aan op mbo-praktijk
Vernieuwd burgerschapsonderwijs
Rekenen in de context van het beroep
Toekomstgericht mbo